Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet privatisering Spoorwegpensioenfonds

 

Artikel 12
1
De belanghebbende, die op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet recht heeft op een uitkering als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel c , of een herplaatsingswachtgeld krachtens de Spoorwegpensioenwet, heeft vanaf de inwerkingtreding van deze wet recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, indien hij terzake van de beƫindiging van zijn arbeidsverhouding tot N.S. recht op uitkering op grond van die wet zou hebben gehad indien die arbeidsverhouding als dienstbetrekking in de zin van die wet zou zijn aangemerkt, en dat recht nog zou voortduren op eerstgenoemde tijdstip.
2
De belanghebbende, die op de dag voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet in een arbeidsverhouding tot N.S. staat, maar niet meer op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, heeft recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, vanaf de dag, waarop dit recht zou zijn ontstaan indien de arbeidsverhouding tot N.S. als dienstbetrekking in de zin van die wet zou zijn aangemerkt.
3
De belanghebbende die wegens gelijke omstandigheden als bedoeld in de artikelen 8, 19 en 19a van de Werkloosheidswet op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet geen recht heeft op de in het eerste lid bedoelde NS-werkloosheidsuitkering of op een herplaatsingswachtgeld krachtens de Spoorwegpensioenwet, heeft recht op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet vanaf de eerste dag na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, waarop dit recht zou zijn ontstaan of herleven indien de arbeidsverhouding tot N.S. als dienstbetrekking in de zin van de Werkloosheidswet zou zijn aangemerkt.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •